Mijn zoon, houd vast aan wat je vader je opdraagt, verwerp de lessen van je moeder niet. Bind hun onderricht voor altijd op je hart, wind het om je hals. Moge het je leiden op de wegen die je gaat, moge het over je waken als je slaapt, moge het je raden als je wakker wordt. Want de lessen van je vader en je moeder zijn een lamp, een licht dat je vermaant en de weg wijst naar het leven. Hun onderricht beschermt je tegen lichtzinnige vrouwen, tegen de gladde woorden van een afgedwaalde vrouw. Zet nooit je zinnen op haar schoonheid, laat haar ogen je niet strikken. Een hoer kost je niet meer dan een brood, maar de vrouw van een ander jaagt op je kostbare leven. Als een man vuur in een plooi van zijn mantel steekt, vat zijn mantel dan geen vlam? Als hij over gloeiende kolen loopt, brandt hij dan zijn voeten niet?
Zo vergaat het een man die de vrouw van een ander omhelst, wie zich met haar inlaat blijft niet ongestraft. Een dief die steelt omdat hij honger heeft, steelt uit noodzaak. Men veracht hem niet,
al moet hij het gestolene ook zevenvoudig terugbetalen als hij wordt betrapt, al kost het hem ook alles wat hij heeft. Maar pleeg je overspel, dan heb je geen verstand, wie zoiets doet richt zichzelf te gronde.
Hij zal door smaad worden getroffen en zijn schande zal niet worden uitgewist. Want door jaloezie ontsteekt een man in woede, als hij wraak kan nemen, doet hij dat meedogenloos.
Hij accepteert geen zwijggeld, blijft onverbiddelijk, ook als je de afkoopsom verhoogt.